|
|||
In elke stad was iemand met een heel bijzonder beroep: de geldwisselaar. Meester Henk vertelt jullie wat deze bankier avant la lettre deed.Kijk kinderen, daar is een bijzondere winkel. Het is de winkel van de geldwisselaar. In de vroege middeleeuwen was er in West-Europa nauwelijks geld aanwezig. Alle handel gebeurde door goederen met elkaar te ruilen. Het is heel eenvoudig: jij hebt goederen, bijvoorbeeld eieren teveel. Die wil jij wel ruilen. Ik hou bijen en heb daarom veel honing. Maar ik heb geen eieren. Daarom ga ik naar jou toe en ik zeg: ”Ruilen? Ik eieren en jij honing? Maar wel zonder terugruil.” Dit noemen economen ruilhandel. Maar vanaf de negende eeuw kwam er steeds meer geld in omloop, vooral door toedoen van Karel de Grote. Er werden steeds meer goederen betaald met geld. Toen de handel nog belangrijker werd tussen de 11e en 13e eeuw, verdween de ruilhandel bijna helemaal. Zij werd vervangen door een geldeconomie waarin munten een belangrijke rol speelden. Goederen werden verhandeld met geld en ook de mensen kregen toen hun loon in munten uitbetaald. De boodschappen betaalde je ook met munten. Meester Henk! Waar werden de middeleeuwse munten van gemaakt ? De munten werden gemaakt van zilver. Een enkele keer waren ze van goud. Meester Henk ! Was er toen al de euro? Nee, de euro bestond nog niet. In Nederland was de zilveren Vlaamse groot de belangrijkste zilveren munt. De belangrijkste gouden munt was het schild en in het oosten van Nederland gebruikte men ook de gouden gulden. Maar om het voor de middeleeuwse mensen nog moeilijker te maken, was er ook nog intrinsieke inflatie. Meester ! Intrinsieke wat? Een Vlaamse groot moest een pond zilver wegen, een penning een 1/240 deel van een pond en een schelling 1/20 deel van een pond. Zo hoorde het te zijn. Maar de belangrijke heren en steden maakten nieuwe munten met minder zilver of goud. Er werden dan lood en koper in de munten gestopt. Hierdoor werd de munt minder waard. In de middeleeuwen waren er dus heel veel verschillende munten in omloop en de waarde van de munten varieerde ook nog eens doordat er mee gerommeld werd. Er was gelukkig één persoon die munten op de juiste waarde kon inschatten. Dat was de geldwisselaar. Bij hem wisselden de mensen hun munten. Hij kende de waarde van de vele verschillende munten, kon de samenstelling controleren en wisselde de verschillende munten.
Heb je nog vragen? Stuur ze naar meester Henk. Februari 18, 2024 . |